Wie helpt Marcel aan een Haags onderkomen?
In een Amsterdamse Marokkaanse bakkerij belt de dakloze Marcel Hartman met de redactie. Hier heeft de ex-ZZP-er in de bouw zonder eigen, veilige thuis, werk gevonden. Voor wie weet hoe lang. Slapen doet hij in een hostel op kosten van de baas. Maar goed ook, want cash heeft hij nauwelijks op zak. Echter, de toekomst bij deze baas is onzeker vanwege financiële nood waarin de bakkerij verkeert en daarom verlangt Marcel terug naar de regio Den Haag. Het liefst zou hij in Den Haag wonen. “Omdat ik daar mensen ken die uit hetzelfde ZZP-wereldje komen. Via hen kan ik weer stappen zetten naar een volwaardig leven”, hoopt hij.
–
Zijn onvolwaardige leven startte in 2016 na een vechtscheiding met zijn Belgische vrouw. “Ik woonde en werkte 20 jaar in België, maar mocht daar niet blijven van de Belgische autoriteiten. Ik kwam terecht in een Nijmeegse daklozenopvang. In 2017 zocht mijn Vlaamse zoon contact met me en ik besloot terug te gaan voor hem. Ik had wel werk nodig, dus zette ik daar een ZZP-bedrijf op als all-rounder in de bouw. Net toen dat liep, brak de pandemie uit. De opdrachten stopten. Was net twee jaar bezig. Ik raakte alles kwijt.” Tot overmaat van ramp maakten de Belgische autoriteiten een fout waardoor Marcel niet een permanente verblijfsvergunning had gekregen, maar slechts een voor drie maanden.
“Dus was ik illegaal in België en als ik steun behoefde moest ik dat maar zoeken in Nederland”, aldus Marcel. “Omdat ik niet werkte was mijn verblijfsstatuut ingetrokken. Dan heb je er twintig jaar gewoond en gewerkt en belasting afgedragen en dan overkomt je dit. Mijn Belgische advocaat zei dat er een fout was gemaakt in de administratie van de staat, en dat er weinig aan te doen was. Hij adviseerde me terug naar Nederland te gaan.”
Dienstenboekje
Marcel keerde vorig jaar terug naar Nederland, maar wist wat later een baan te vinden als callcentermedewerker in Spanje, waar hij overwinterde. Het callcenterbedrijf bleek een malafide bedrijf. “En na valse beloftes over huisvesting ben ik ermee gestopt.” Na zijn dienstverband kwam hij medio mei wederom terug in Nederland. Hier vond hij een baan in de binnenvaart, die hem ook onderdak verschafte, maar ook dit uitstapje bleek van korte duur. “Ik kreeg maar niet betaald, omdat ik geen dienstenboekje had”, verhaalt Marcel met een zucht, “dus ben ik uiteindelijk van boord gegaan.”
Via via wist Marcel een verblijfplaats in Monster te vinden. “Bij deze persoon thuis wilde ik een nieuwe start maken, mijn basis opbouwen. Helaas had deze man constant ruzie met zijn alcoholistische vriendin en omdat zijn huishouden ineens te boek stond als een 3-persoonshuishouden, kortte de gemeente Westland hem op zijn bijstandsuitkering met 30 procent. De man zette mij uit zijn woning. Inmiddels had ik me al in Naaldwijk laten inschrijven als bewoner van de gemeente Westland. Toen ik op straat kwam te staan, klopte ik bij de gemeente aan, maar die gaf niet thuis. ‘We hebben geen woningen of opvangplekken voor daklozen’, kreeg ik te horen.
Appingedam of all places
Marcel krijgt via Westland wel een daklozenuitkering. Die dreigt hij kwijt te raken. Dat zit zo: sinds Marcel dakloos is, reist hij het hele land door en slaapt bij vrienden of kennissen op de bank. Maar hij is wel verplicht elke twee weken zijn post in Naaldwijk op te halen. “Doe ik dat niet, kan Westland mijn uitkering stopzetten. Ik ben al een paar weken niet meer in Westland geweest omdat ik telkens ergens anders moet verblijven. Ik sliep onder meer in Appingedam, Groningen, Dronten. Nu ben ik in Amsterdam. Heb, zoals het er nu naar uitziet, voorlopig werk gevonden, maar ik heb nog geen geld om naar Naaldwijk af te reizen. Dus ja, ik maak me zorgen dat ik aan het eind van de maand geen uitkering meer heb. Mijn klantcontactadviseur van Westland, geeft al tijden niet thuis, als ik hem probeer te bereiken om de zaak uit te leggen.”
Er is enige opluchting dat Marcel nu werk heeft in Amsterdam en dat hij via zijn nieuwe werkgever enkele dagen in een hostel kan slapen. Maar hij ziet het toch somber in. “Mijn werkgever geeft eerlijk aan dat hij geldproblemen heeft. Of hij mij kan betalen, geen idee. Als het hier stukloopt, waar kan ik dan nog naartoe? In Naaldwijk hebben ze geen passende oplossing. Misschien moet ik dan maar naar Ter Apel en mezelf aanmelden als asielzoeker? Misschien dat ik dan wel op den duur een kamertje krijg?”
Kamertje? Graag!
“Graag zou ik naar Den Haag willen. Daar ken ik mensen uit mijn oude branche met wie ik weer in contact zou kunnen treden. Daar zou ik met hulp van anderen weer kunnen werken aan het in orde brengen van mijn basis om vandaaruit verder te bouwen aan de toekomst, mijn geld te verdienen, met lichte bouw- of schilderwerkzaamheden. Hier, in Amsterdam, ken ik praktisch niemand. Voor mij liggen in de regio Haaglanden meer mogelijkheden dan elders. Mocht iemand in Den Haag een kamertje beschikbaar hebben, hou ik me aanbevolen. Is er iemand in de Hofstad die me een kans zou willen geven? Ik heb niet veel nodig.”
Het blijft enkele dagen stil. Dan blijkt dat de baas van Marcel te weinig salaris bood, waardoor normaal leven als ieder ander niet haalbaar is, laat staan een woning te huren of elders onderdak te vinden. Dus stapte Marcel op. Met het laatste geld dat hij nog had reisde hij naar Utrecht. Hij had gehoord bij een nachtopvang dat ze hem bij het Leger des Heils in Utrecht mogelijk konden helpen aan onderdak. Nadat deze instantie hem weigerde, omdat hij zogenaamd geen binding had met de regio Utrecht, kwam hij bij een woongroep terecht in dezelfde stad. Hier werkt hij voor kost en inwoning in de Kringloopwinkel van de organisatie.
Geen oplossing
Marcel: “Omdat ik in een woongroep zit hebben ze in Naaldwijk van de week mijn uitkering stopgezet. Mijn klantcontactadviseur van de gemeente Westland, eerder totaal onbereikbaar, adviseerde me wel Utrecht te benaderen voor een uitkering. Alleen zegt Utrecht: ‘Wij geven geen uitkering zolang je in die woongroep zit. Omdat ik ook van de woongroep tot nog toe geen vergoeding krijg voor mijn werkzaamheden in de kringloopwinkel, kan ik nog steeds niet werken aan een goede toekomst. Heb nu wel onderdak en eten, maar het is natuurlijk geen oplossing voor de lange termijn.”
“Ik dacht altijd dat je in Nederland fatsoenlijk geholpen zou worden”, verzucht Marcel Hartman, “nou niet dus. Ondertussen loopt mijn gezondheid door deze toestanden gevaar, ik voel dat het lichamelijk niet goed gaat. Ik voel me op dit moment op, en ik weet het even niet meer. Alles wat ik wil is een ‘echt’ dak boven mijn hoofd en rust.”
Tekst: Harry Oosterveen
Kunt u Marcel verder helpen? Mail dan naar info@dehaagsegazet.nl